De Asian Paradise Flycatcher

Het is een mondvolle naam: de Indian Paradise Flycatcher. Ook wel Asian Paradise Flycatcher genoemd. Maar… deze vogel is zo mooi dat hij deze mooie naam ook dubbel en dwars verdient. Echt geweldig. De eerste keer dat ik deze vogel – het mannetje – zie, ben ik echt superenthousiast. Hoog in de bomen hoor ik een mooi gezang en ‘iets wits’. Maar eigenlijk: totaal geen idee wat het is of was. Dat heb je soms in een vreemd land met vreemde dieren en vogels. Het is tijdens de tweede dag van de Annapurna Sanctuary hike in Nepal. Een 11-daagse wandeltocht door de bergen naar het Annapurna basecamp (en terug). We hebben net een overheerlijke springroll gegeten – de eerste deze vakantie en zeker niet de laatste. Het is hier in Nepal een soort van gefrituurde loempia. Met kip of vegetarisch. Allebei smaken ze overheerlijk. Na een superwarme dag in korte broek en met de nodige zonnebrand, is de regen gekomen. De regenjassen zitten dan ook strak en klef om het lijf en we trappen door naar de plek waar we overnachten: Ghorepani op 2.840 meter hoogte. Voordat we hier aankomen stijgen we deze dag aardig. Er is altijd een soort van magische grens als je de hoogte in gaat – vanaf die grens moet je oppassen en blijven checken hoe je je voelt. Je weet wel: hoogteziekte en zo’n dingen met mogelijk misselijkheid en hoofdpijn. Ik moet nog altijd aan mijn kamergenoot in Peru denken. Die kotste de hele badkamer onder, omdat hij super beroerd was van die hoogte. Maar, ook nu en hier is er met mij niks aan de hand. We lopen een bos in en de regen valt nog steeds. Het is een modderig parcours, maar wel een mooi gebied. Op een gegeven moment hoor ik een mooi gezang en zie in een flits witte vogels. Luisteren. Niks. Kijken. Niks. Jeetje, wat was dat? Samen met Marti loop ik zelfs een minuut of 20 terug. Kijken of we nog iets zien. Nada. Jammer.

Pas later die vakantie weet ik wat ik heb gezien. Na de lange wandeltocht van bijna anderhalve week is het namelijk tijd om warmte en de jungle op te zoeken. Het is dan wel geen onderdeel van onze reis, maar de coole en hartelijke gids Raj regelt het gewoon. Super. We verblijven een paar dagen in een prachtige lodge in het Chitwan Nationaal Park. De lodge ligt middenin de natuur en het wemelt er van de vogels. Nu ik dit hier zo tik, wil ik er gelijk weer naar terug. Echt mooi. En dat begint al op het moment dat ons busje parkeert. Ik spring eruit, zie bomen en fladderende vogels. De rest van de groep zie ik het volgende uur bijna niet meer, net als mijn backpack. Waar is die ook alweer neergelegd? Ik word altijd zo enthousiast van vogels en dan ook nog eens op een plek waar ik nog nooit ben geweest. Het voelt echt als een avontuur om nieuwe dingen te ontdekken. Een roep van een vogel komt me bekend voor. Ik ga op het geluid af en zie hem zitten. Het is de witte vogel die ik eerder in het bos heb gezien. Zijn geluid klinkt hard en Achel. Nu pas zie ik wat ik eerder (half) heb gezien. Een prachtig exemplaar – jeetje, wie heeft zo’n vogel verzonnen? Zijn naam? De Paradise Flycatcher – in het Nederlands Indiase paradijsmonarch. Het verenkleed van het mannetje is wit, met een zwart glanzende kop met rechtopstaande kuif. Zijn staart is echt super lang – drie keer de lengte van zijn lijf en twee staartveren. Het vrouwtje ziet er anders uit. Aan de kop zie je dat het familie is: eenzelfde kuif en aangezicht, maar donkerblauw. Geen wit verenkleed, maar roodachtig-bruin. Echt super mooi.

De paradijsmonarch is wijd verspreid in Azie. Ondanks dat de aantallen als stabiel worden beschouwd, staan ze sinds 2004 toch op de rode lijst van de IUCN. Ze voeden zich met insecten die ze in de lucht vangen, vaak onder een dichtbegroeide boom. Volwassen exemplaren zijn ongeveer 20 centimeter lang. Jonge mannetjes lijken op vrouwtjes qua kleuren. Met het volwassen worden in hun 2e of 3e levensjaar krijgen ze twee lange staartveren. Volwassen mannetjes zijn ofwel roodbruin ofwel wit. Ze leven in dichte bossen en goed beboste plekken van Centraal-Azië tot Zuidoost-China, Nepal, overal in India en Sri Lanka tot Myanmar. Het is een luidruchtige vogel die scherpe skreekgeluiden maakt. Ze broeden van mei tot juli. Ze zijn monogaam en bouwen nesten – zowel de mannetjes als vrouwen bouwen de nesten, broeden en voeden de jongen. Drie of vier eieren worden gelegd in een bekernest gemaakt van twijgen en spinnenwebben aan het uiteinde van een tak.

Nou, dit zijn dus wat wetenwaardigheden over de Indian Paradise Flycatcher. Hier thuis op de bank heb ik vanavond foto’s gevonden van een vrouwtje in een nest. Foto’s die ik in Nepal heb geschoten, maar op de één of andere manier nog niet eerder heb gezien. Hoe leuk is het om dan zo’n foto’s tegen te komen op de laptop!? De foto’s van het roodbruine vrouwtje zijn het beste gelukt. Het mannetje heb ik ook geschoten, maar dat vind ik persoonlijk geen heel mooie foto. Slecht diafragma en hij zat simpelweg te ver weg, waardoor de details net wat ontbreken. Ik zou graag eens teruggaan om hem opnieuw te bekijken en vast te leggen – ditmaal met de telelens die ik begin dit jaar heb gekocht. Op naar de volgende reis!

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *