Een bezoek aan Chernobyl
26 april 1986. De Sovjet-Unie hield het dagen stil, maar in Zweden werd er radioactiviteit gemeten. Een paar dagen later kregen ook de inwoners van de nabij gelegen stad Prypjat een bericht. Iets in de trend van: ‘there has been a accident with reactor number 4 at Chernobyl and that is very unpleasent for the inhabitants of Prypjat’. Wat een woordkeuze zeg. Echt laf. De radioactiviteit vloog door de lucht en dat heeft veel mensen het leven gekost.
Een bezoek aan Kiev maakt het mogelijk om deze rampplek eens van dichtbij te zien. Al heeft het me ook wel wat tijd gekost om deze gewaarwording om hier naartoe te gaan, voor mezelf te laten landen. Uiteindelijk was het echt bijzonder. Er is meer dan eens door mijn hoofd gegaan hoe veilig het wel of niet is. Maar goed. De straling is beperkt wat ik vooraf begreep. En nadat ik ter plekke ben geweest kan ik zeggen: dat klopt. Op 50 meter afstand van de gesmolten reactor 4 is de straling 0,99 milli nog wat. In Londen is de straling standaard hoger. Zegt wel wat toch? Officieel kan ik me nu ook scharen onder de groep van ‘dark tourists‘. Bezoeken brengen aan plekken die historisch worden geassocieerd met tragedies en dood. Al was ik er nu ik dit tik al eentje met het bezoek aan Auschwitz een paar jaar geleden. En de offertafels in Mexico en Guatemala. Anyway.
Entering the exclusion zone
De reis duurt ongeveer twee uur en de bus slaapt lekker. Dat heb ik ook wel nodig merk ik, want vannacht ben ik tot laat – te laat – gaan stappen met Harm. Al is er wel wat alcohol verdampt toen ik vanmorgen erachter kwam dat ik mijn paspoort niet bij me had. De houmous – ja voor mijn ontbijt – heb ik dan ook binnen 2 minuten naar binnen gewerkt en in die andere minuten heb ik een sprintje getrokken naar ons appartement. Die klote trappen… Na anderhalf uur rijden gaan we door de zogenaamde ‘vervreemdingszone’. Dit is een nucleaire exclusiezone die zich in een straal van 30 kilometer uitstrekt rond de plek van de ramp. Paspoortcontrole, ticket checken en een dosimeter oppikken. Die meet cumulatief tijdens de dag hoeveel straling je oppikt. Een soort van usb-stick die je om je nek draagt. De omgeving ziet uit ‘zoals in de film’. Al heb ik hier nog geen film van gezien. Wel wat documentaires enzo. Top Gear bijvoorbeeld die met drie gammele auto’s met ‘net-aan’ genoeg benzine ergens in de buurt van de reactor uitkomen. Toch niet zuinig genoeg gereden. Haha. En een andere documentaire op Netflix waar de toeristen in het busje steeds banger worden door toenemende straling. Volgens mij hebben ze hier wat extra spektakel aan toegevoegd, want zo ging het er in ons busje verre aan toe. Of het moet toch door die nieuwe sarcofaag komen die over de gesmolten reactor is geplaatst in 2016.
Roy heeft een eigen Sievertmeter voor ons geregeld, zodat we gedurende de dag de straling weten. En die piekt op sommige plekken of bij het richten op voorwerpen. Sievert (Sv) is de eenheid van stralingsdosis. Het beschrijft het effect van ioniserende straling op mensen. Een duizendste deel van de Sievert is de millisievert (mSv). Een meter met zo’n luide prr-prr-prrr wat iedereen wel eens heeft gehoord. Bijvoorbeeld bij een massief metalen putdeksel in de verlaten stad Prypjat. Een oudere Engelsman met petje schopt er vervolgens stoer tegenaan, mompelt dan iets in zichzelf als een dementerende oude man, waarna de jonge gids hoofdschuddend ‘nee’ knikt. Of kun je alleen ‘ja’ knikken… geen idee eigenlijk. Maar het was in elk geval een opmerkelijke actie. In plaats van er tegenaan te schoppen, nee, dichterbij te gaan staan, loop ik achteruit. Gezonde reflex noem ik dat maar. Of dan het punt bij een zichtplek op wat het rode bos heet. Een bos waarvan de stammen van de bomen zijn aangetast door de straling en daardoor rood zijn uitgeslagen. De liquidators (naam voor de helden die het gebied hebben ‘schoongemaakt’) hebben de bomen uiteindelijk gekapt, omdat ze veel radioactieve deeltjes bevatten. Gevaarlijk. Hun uitrusting was trouwens slecht te noemen en veel van deze mensen zijn dan ook ziek geworden.
De eerste stop is een verlaten stadje genaamd Zalissya, wat ‘nog-wat achter het bos’ betekent. Wat me opvalt is dat het er erg stil is. Vervallen woningen en er zit werkelijk geen enkele vogel. Ja, daar let ik nu eenmaal op. Wel zitten er wat zwerfhonden. Het wordt niet aangeraden die aan te raken, haha. Zielig hoor. Daarna doorgegaan naar de stad Chernobyl zelf. Deze stad is niet verlaten ook al zou je dat als eerste denken. Er wonen en werken nog mensen en hier worden materialen gemaakt voor de reactor die onderhouden wordt en waar het onderzoekscentrum is gevestigd. De waterleiding ligt boven de grond, omdat de straling in de grond zit en dit niet veilig is voor de gezondheid. Het ziet niet uit boven de grond, maar veiligheid voorp en nog goedkoopste oplossing ook.
De wegen zijn mooi en doen me denken aan de documentaires. Ik kan de sfeer niet goed vastpakken, maar het spreekt me op de een of andere manier wel aan. Het heeft iets ‘rock and roll’ achtigs ofzo. Ik weet het niet precies. De herfst zorgt er overigens voor dat de beelden magnifiek zijn. De bladeren van de bomen zijn mooi gekleurd – rood, oranje, geel – en dit steekt confronterend af tegen de verlatenheid van de gebouwen en steden.
Chernobyl en zijn kerncentrale(s)
Na een heel goede lunch in Chernobyl zelf gaan we door. Er werd met klem – zeker 3x – gezegd dat de producten niet uit de aarde van de stad zelf kwamen. Dat neem je dan maar aan, nietwaar? De powerplant zelf ligt niet in Chernobyl, maar heet wel zo. Zoals gezegd wonen hier mensen die de centrale op dit moment nog beheren. De reactoren zijn weliswaar stilgelegd, maar ook dat vraagt nog beheer en onderhoud. Het aanwezige uranium is namelijk nog 20.000 jaar radioactief. Wat een uitvinding van de mens zeg. Op zich is kernsplitsing een vorm van schone energie die veel produceert met weinig. Maar het materiaal dat gebruikt wordt en de wijze waarop… het is iets waar de mens gewoonweg niet meer vanaf komt. Stel dat we met deze wetenschap voor het moment van uitvinding en gebruik zouden staan. Zouden we dezelfde keuze maken? Waarschijnlijk wel.
De reis vervolgt naar de kerncentrale zelf en de ernaast gelegen stad Prypjat. Maar allereerst een stop bij de bekende Kindergarten Cheburashka. De meter slaat op sommige punten uit tot 16 sievert en dit is echt urbexing. Het gebouw is verlaten, leeg, vervallen, maar staat vol kinderbedden en speelgoed. Beetje luguber. Ik schiet dan ook een enigszins lugubere foto van een half vergane speelpop die op klein bedje ligt. Het is een bijzondere plek en ook erg bijzonder om hier alleen rond te lopen.
Dan rijdt het busje verdacht dicht door naar de door een grote, halfronde bedekte kernreactor. Omringd door allemaal elektriciteitsmasten, een gracht met water en gekke gebouwen. Het heeft wat weg van DSM, al heb ik er echt totaal geen kijk op. We komen steeds dichter bij de beroemde, maar vooral beruchte reactor vier. De reactor waarmee het allemaal mis ging. Op zaterdag 26 april 1986 onderging de centrale een test om te zien of de generator bij het uitschakelen van de kernreactor nog genoeg vermogen gaf om de koelinstallatie te laten werken gedurende de 40 tot 60 seconden die de noodaggregaten nodig hadden om op te starten. Door een bedieningsfout werd de reactor op een gegeven moment onbedoeld vrijwel volledig stilgelegd. De reactor kreeg uiteindelijk een black-out en door menselijk handelen in combinatie met een ontwerpfout van de regelstaven bleef het vermogen van de reactor maar stijgen en stijgen. De reactor behaalde uiteindelijk een vermogen van 30 Gigawatt – ongeveer tien keer het normale vermogen. Dit veroorzaakte een ontploffing die het dak van de reactor wegblies. Er was dus geen sprake van een meltdown. Er ontstond brand en dit zorgde voor grote schade aan het gebouw, waardoor er ontzettend gevaarlijke hoeveelheden radioactieve chemicaliën vrijkwamen in de lucht. De Zweedse onderzoekers zagen de eerste, grote wolk met nucleair materiaal als eerste. De Russen hadden nog niks gemeld. De ramp besmette uiteindelijk miljoenen vierkante kilometers van Europese landen. Ook in Nederland is zijn er radioactieve deeltjes neergedaald. De International Atomic Energy Agency schatte in beginsel dat er 30 mensen waren gedood door de explosie en de gerelateerde radiatie, met meerdere duizenden doden door een hogere mogelijkheid op kanker over de langere periode.
Op de site liggen vier reactoren en zijn er twee – nummer 5 en 6 – under construction. Reactor 4 is na de ramp omhuld door een zogenaamde sarcofaag om straling tegen te houden. Na tientallen jaren is deze poreus geworden en in 2016 omhuld door een nieuwe sarcofaag. Extreme engineering. Echt maf om te horen is dat de andere drie reactoren nog gewoon zijn gebruikt na de ramp. Chernobyl is pas in 1993 helemaal gesloten. En dat is zelfs niet waar, want op dit moment werken er nog een 4000 mensen om de centrale te beheren. In de hoogtijdagen produceerde de kerncentrale 4000 Megawatt aan elektrische energie per dag, waarvan 7% van zijn eigen energie werd gebruikt om te werken. Voor het beeld: 1 megawatt vermogen kan ongeveer 1.000 huishoudens tegelijkertijd van elektriciteit voorzien. Best wel veel dus.
Prypjat: moderne stad waar de tijd letterlijk stil staat
Dan Prypjat. Het is een stad die maar 16 jaar heeft geleefd. Uit de grond gestampt in 1970 om inwoning te geven aan de arbeiders die op de Chernobyl kerncentrale werkten. Prypjat werd ook wel het Las Vegas van de Sovjet-Unie genoemd. Er woonden ongeveer 50.000 mensen, waarvan ongeveer 10.000 kinderen. Het was letterlijk een jonge stad met jonge inwoners. De stad was modern en had alles. Appartementen, supermarkten, theaters, een zwembad, hotel, sportcomplex en ga zo maar verder. Oude foto’s laten zien hoe het er was. Eigenlijk spreekt het me heel erg aan. Geen idee hoe dat kan. Foto’s van jonge vrouwen met van die retro kinderwagens. Misschien ligt het aan die vrouwen, haha. Kinderen die op straat spelen. Het ziet er bijzonder mooi uit. Niet wetende wat het lot van deze jonge stad uiteindelijk zou worden.
De weg er naartoe is niet meer te herkennen en helemaal overwoekerd door de natuur. De natuur maakt overuren hier sinds er geen mensen meer leven. Bomen maken de dienst uit. Vossen en lynxen zijn terug, net als wilde zwijnen en elanden. In de stad zelf zie je ook het verschil. Het grote appartementencomplex, hotel met helikopterplek op het dak of de toegangsweg zijn veranderd. Met de evacuatie mochten de inwoners maar één koffer meenemen. De rest bleef achter. Een oude foto laat zien hoe op een dag alle de spullen uit huizen zijn gegooid om te ontsmetten. De hele straat ligt bezaaid met huishoudelijke dingen, stoelen, banken, kleren. Er is uiteraard ook veel geplunderd in Prypjat. Onder andere door de liquidators. Maar er zijn ook heel veel eigendommen begraven vanwege de hoge radioactiviteit.
Drie decennia na de ramp is Prypjat een stad waar de tijd van de Sovjet-Unie letterlijk is stil gezet. Op 11:55 wel te verstaan – het moment dat de elektriciteit werd afgesneden. Communistische propaganda hangt nog steeds tegen de muren. De hamer en sikkel pronkt hoog op enkele gebouwen en is verwerkt in versiersels aan de lantaarnpalen. Wachtend op 1 mei. De nationale feestdag die nooit heeft plaatsgevonden. Ook het nagelnieuwe pretpark is nooit in gebruik genomen. Welbekend van foto’s overigens en die heb ik uiteraard ook geschoten. Het ferris wheel en de bumper cars zijn wel in te beelden denk ik.
Het is bijzonder om hier rond te lopen. Je kijkt je ogen uit en de geschiedenis en de ramp zelf zijn voelbaar. Zeker omdat in de bus ook een mooie documentaire is afgespeeld over de ramp van Chernobyl. Na een groot rondje lopen staat de bus weer voor. We rijden over de zogenaamde ‘bridge of death’. Toen de reactor in brand stond, stonden mensen op de brug ernaar te kijken. Ook zichtbaar in de hbo-serie van een jaartje terug. Ze zeggen dat de mensen die ernaar hebben gekeken het niet hebben overleefd. Ze stonden in de vuurlinie van radioactieve deeltjes.
Al met al een bezoek met een dubbel gevoel. Het is lastig om op de een of andere manier te genieten van een omgeving die veel misère en dood in zich heeft. Ik snap nu wel waarom het ‘dark tourism’ heet… the end.