De graspieper piept in het gras
Nu waait het hard. De afgelopen week was er zon. En daarvoor was er sneeuw en ijs. Het is toch eigelijk ongekend. Nederland! Een jaar thuiswerken is aangetikt en ik moet zeggen: ik ben er aan gewend. Dit is het nieuwe normaal van tegenwoordig, al heb ik ook zin om weer eens met collega’s op kantoor te werken. Het fijnste aan thuiswerken zijn de vele wandelingen die ik kan maken. Tussen de middag, een vergadering met oortjes in al wandelend door m’n huis of gewoon buiten. Alles kan en dat is fijn. Ik woon wat dat betreft op een heel fijne plek en kan alle kanten uit. Zo heb ik twee maanden terug een nieuwe route gevonden. Nooit geweten dat ik langs een huis door in het veld uit zou komen. Geweldig. Maar mijn favoriete blokje om is een ander. Dan piep ik zo het veld in – het Vulese genaamd – een straat verderop. Dat is een geweldige plek, waar ik echt zoveel ben geweest afgelopen jaar. Met mooie Laplandluchten, met babyblauwe luchten, uitgedroogd afgelopen jaar tijdens de hittegolf, het kijken naar de satellieten van Elon Musk deze zomer (die ik niet heb gezien omdat ik de verkeerde kant op keek trouwens…) en ook in de sneeuw. Prachtig. Toen de sneeuw drie weken geleden lag, zag ik van allerhande vogeltjes met een iets gelige kleur! He… wat zijn dat voor vogels! De eerste keren waren ze zo schuw dat ik ze niet van dichtbij kon zien. En mijn camera lag thuis op de tafel. Het leuke is alleen dat het vaak een kwestie van tijd is. Dat was nu dan ook totaal niet anders. Op een mooie vrijdagmiddag na een week hard werken, heb ik de benenwagen opnieuw gepakt. Onder het plegen van een paar laatste telefoontjes werd mijn geduld die week beloond. Die halfgele rakker zit gewoon op het hek voor me. En het wemelt ervan op de mesthoop die net om de hoek ligt. Geweldig. Uit de titel weet je al wat het voor eentje is: de graspieper!
Los graspieperos!
De graspieper is een pieper! Onopvallende, kleine, bruingestreepte vogeltjes zijn het. Al vind ik dat niet helemaal waar. Ze zijn super mooi! De roep en zang blijken wel karakteristiek te zijn. De graspieper leeft in van allerlei open langschappen, zoals weilanden, heide en duinen en komt het meeste voor in de open duinen. Ook komt hij in grasland voor en dus ook hier om de hoek in Het Vulese. Het blijkt dat hij in boerenland broedt met een hoog aandeel bouwland. Dat klopt. De bovendelen van zijn verenkleed zijn olijfbruin met donkere strepen en ook de vuilwitte borst is donker gestreept. Hij heeft een lichte en onopvallende wenkbrauwstreep en rozige poten. Het nest van gras en bekleed met haar wordt gebouwd in een gras- of heidepol, op de grond. Er komen 3-5 eieren in te liggen die het vrouwtje alleen uitbroedt. Beide ouders voeren de jongen. Het nest van deze Pieper wordt nogal eens door de koekoek gebruikt om een ei in te leggen.
Graspiepers zijn typische treksvogels en de Nederlandse inwoners trekken naar het zuiden van Europa en rondom de Middellandse Zee om te overwinteren. De vogeltjes die je hier in Nederland in de winter tegenkomt komen hoogswaarschijnlijk uit Scandinavie. Net als de kleine goudhaantjes die hier in de winter ook verblijven.