Kippenpasteitje met champignons
Say what? Koop goede kip… en maak dit pasteitje in een handomdraai. Veel lekkerder dan uit een pakje!
Wat hebbe gij dan nodig? Kip (ik koop altijd kippendijen), groentebouillon (van een tablet of vers), dragon, tijm, een ui, een teentje knoflook, een bakje champignons, een scheutje cognac en wat mosterd.
De bereiding! Als eerste snij je de kip en bak je deze even goed aan in een pan. Daarna kippenbouillon erbij – een halve liter – en laten koken. Ondertussen snij je de ui fijn en de champignons of andere lekkere paddenstoelen in vieren. Fruit de ui aan, doe er wat tijm en dragon bij en voeg vervolgens de paddenstoelen toe. Als alles lekker is aangebakken, voeg je de gesnipperde knoflook toe en bak je dit mee. Afblussen met een scheutje cognac is altijd lekker! Breng het goed op smaak met peper en zout. De kip is nu wel gaar. Haal deze uit de bouillon en snij deze in kleine stukje. Of scheur de kip (‘pulled’). Schenk de bouillon in een kan en zet deze apart. Smelt vervolgens boter in de ketel, voeg een fijngesnipperd uitje toe en daarna bloem. Je maakt nu een simpele roux. Als de bloem goed is aangebakken – het moet naar koekjes ruiken! – voeg dan wat bouillon toe en roer door met een garde. Voeg vervolgens meer bouillon toe tot je een mooie saus hebt! Het champignonmengsel mag er nu bij, net als de kip. Breng het geheel goed op smaak en voeg nog een likje mosterd toe. Ik voeg meestal ook wat vers citroen- of limoensap toe voor een frisse smaak! Nu nog de pasteibakjes de oven in, vullen en eten maar!
