Snelle appeltaart
Appeltaart. Al zo vaak gegeten, maar nog nooit zelf gemaakt. Vanavond was de eerste keer. Een ‘snelle’ variant. Een lekkere variant!
Wat heb je nodig voor een vorm van 22 centimeter (kleintje). Je haalt hier 4 tot 6 stukken uit.
- 300 gram zelfrijzend bakmeel
- 170 gram boter
- 2 eieren
- 150 gram basterdsuiker
- Een snuf zout
- 5 appels
- 2 theelepels kaneel
- Een zakje vanillesuiker
Als eerste meng je de boter en de basterdsuiker in de keukenmachine. Laat goed doordraaien en voeg daarna de eieren toe. Zorg dat de eieren zijn opgenomen en voeg daarna het meel toe. Laat dit alles goed mengen totdat het een beslag is. Een plakkerig beslag wel te verstaan. Intussen verwarm je de over voor op 180 graden, doet een vakvelletje op de onderkant van de vorm en vet de vorm in. Je bent nu al op de helft. Doe driekwart van het deeg in de vorm, schil de appels, snij ze doormidden en haal het klokhuis eruit. Snij ze daarna in plakken op de mandoline. Niet de fijnste stand – ze mogen namelijk wat textuur hebben. Dan meng je de appels in een grote kom met de suiker en kaneel. Goed mengen! Vervolgens wil je de vorm met appels.
Druk maar heel goed aan? Tenslotte gaat het resterende meel erover. Je kunt het nog afmaken met wat amandelschaafsel overigens. Doe de vorm voor 45 minuten de oven op 180 graden! Basta – eet smakelijk!
