Romige parelcouscous met gegrilde witte en groene asperges, tuinbonen en een groene dressing
Jammie. Het ziet eruit alsof het veel werk is, maar dit is echt niet zo. Tenminste… nee, niet veel werk. Ik ben twee dagen op pad geweest en kwam voldaan thuis, maar ook een beetje moe. Mijn koelkast ligt (ik denk te) vol met groentes, dus tijd om er wat te gaan gebruiken. Wederom een vegetarisch recept, waar je echt geen vlees of vis bij mist. Parelcouscous is de laatste jaren echt een favoriet van me geworden, omdat het gewoonweg licht eet en een lekkere romige textuur heeft. Daarbij is het gewoon ook heel snel gaar. Een super combinatie met seizoengroentes, zoals de asperges. Waarvan ik zowel de witte als groene heb gebruikt en rauw heb gegrild. Dat is echt lekker. Ook met de witte trouwens heel goed te doen – ik denk dat je verbluft bent van de smaak.
Ingrediënten: 100 gram parelcouscous, een sjalotje en twee teentjes knoflook, asperges (zoveel als je wil), een paar zoete tomaatjes, een handje tuinbonen (uit de diepvries), 250ml groentebouillon, een grote lepel crème fraiche, een citroen, tuinkers en peterselie. En wat peper en zout. En pijnboompitten.
Dan de bereiding.
- Als eerste was je de groene asperges en snijdt de houterige onderkant eraf. Schil de witte asperges en snij ook daar de onderkant van af. Verhit een grillpan op het vuur. Die hoeft niet loeiend heet te zijn. Bij mij stand 7 op de inductieplaat (van de 10 standen in totaal).
- Snipper het uitje en de knoflook en bak dit aan in wat boter in een pannetje. Als dit is aangefruit voeg je 100 gram parelcouscous toe. Bak dit ook even mee en dan afblussen met ongeveer 250 ml groentebouillon. Kook de couscous gaar en rooster intussen de asperges. Ik dek die af met wat aluminiumfolie om er naast grillen ook wat meer en sneller garing aan te geven.
- Dan de dressing. Meng een handje tuinkers met een handje verse peterselie met het sap van een kwart citroen en een eetlepel olijfolie in de blender tot een dressing. Zet maar even apart.
- Haal een handje tuinbonen uit de diepvries, doe die in een kommetje en giet er warm water overheen. Laat even staan. Na een paar minuten dop je de tuinbonen – dit heet dubbel doppen en je krijgt dan frisgroene tuinbonen).
- Rooster de pijnboompitten en leg die apart. Neem vervolgens de tomaatjes, was ze en halveer ze en bak ze in wat boter of neutrale olie in dezelfde pan. Dat is veel sneller dan in de oven.
- Je bent nu zo’n kwartier verder en eigenlijk is alles al klaar. Je hebt toch wel de asperges zo nu en dan een kwartslag gedraaid, toch? De parelcouscous is gaar. Bij mij was de bouillon aardig verdampt en was afgieten niet nodig. Roer er een lepel crème fraiche doorheen, kruidt met peper (veel) en een klein beetje zout. En knijp het sap van een kwart citroen erdoor. Lekker roeren en zorg dat deze smeuïg is.
- Haal de asperges uit de grillpan en snij er een paar in fijne stukken. Die roer je door de couscous. De andere laat je heel en die gaan ook heel op het bord. Dat doe je ook met de helft van de tuinbonen.
- Je kunt al opmaken! Onderop de parelcouscous en daar bovenop de gegrilde asperges en hier en daar wat gepofte tomaatjes en tuinbonen. Dan neem je een paar blokjes feta en die verkruimel je eroverheen. Dan komt de dressing (kijk wat je leuk vindt) en dan de pijnboompitten. Afmaken met wat tuinkers en klaar is kees!