Een korte reis naar het gebied van de Franken

Het is herfstvakantie en lekker om er even op uit te gaan. De auto heeft ons dit jaar al op veel mooie bestemmingen gebracht, en we besluiten nu dan ook een nieuwe rit te maken en wel naar Duitsland. Nu is Duitsland groot, hoor ik je denken. Dat klopt! Duitsland is inderdaad erg groot. De reis gaat naar het gebied van de Franken. Zonder dat we dit overigens van tevoren zo bedenken. Franken? Inderdaad. In het noorden van de deelstaat Beieren ligt de regio Franken. Waar in de noordelijke kant de rivier de Main loopt die uiteindelijk uitmondt in de welbekende Rijn. In het zuiden van Franken ligt het natuurlijk Almühltal – een gebied waarin wij verblijven. Het is een lang gebied van meer dan 100 kilometer met burchten, kastelen en mooie ansichtkaartwaardige plaatsen. Aan de linkerkant ligt de welbekende Romantische Strasse. Eén van de populairste toeristische routes in Duitsland die in totaal 385 kilometer lang is. De route loopt van de Main tot aan de Duitse Alpen en de naam verwijst naar de gevoelens die toeristen en bezoekers krijgen bij het zien van de fraaie middeleeuwse stadjes en bijzondere sprookjeskasteel Neuschwanstein. Dat laatste kasteel hebben wij overigens niet gezien, want… je moet kiezen als je een paar dagen weg bent! En zonder FOMO hebben we dat dan ook gedaan. Met overigens uiteindelijk een bijzonder slechte afloop – de auto volledig in de prak en zonder vervoer rondlopend tussen het ziekenhuis, politiebureau, eettentje bij een supermarkt en motelachtige hotelkamer om de tijd door te komen en van de schrik te bekomen. Maar goed.

Mörnsheim en Mühlheim

Whut? Inderdaad. Mörnsheim is denk ik een vrij onbekende plaats, maar wel een heel mooie! Onderdeel van het Landkreis Eichstätt. Hier ligt het Raffelsteiner Hof waar we tijdens deze korte vakantie verblijven. Het plaatsnaambordje verklapt alleen dat we (ook) in een Mühlheim zijn. Het thuis van de ezels – denk ik. Vrij vertaald. Na een rit van ongeveer 6 uur komen we aan. Het is ook tijd om aan te komen, want we hebben het wel gezien in de auto. En we hadden ook ingeschat dat ons hotel wat minder ver weg lag. “Goede voorbereiding”, zeg ik dan. Vanuit een mooi buitengebied met zichtbare dalen rijden we via een kronkelweg het kleine plaatsje in. Het spreekt ons direct aan en het lijkt alsof iedereen die hier woont een boerenbedrijf heeft. De ene na de andere koe is te zien. En te ruiken. Dwars door dit dorpje kronkelt een beek en in de verte zien we ons verblijf liggen. Alleen een scherpe 90-gradenbocht en een klein stenen bruggetje scheiden ons nog van de parkeerplaats. Vakkundig regel ik beide dingen en parkeer de Audi. Het zou één van de laatste keren zijn, maar dat wist ik toen nog niet. Vandaag is nog alles vakkundig. Een aardige Duitse jongeman heet ons welkom en we krijgen de sleutel van onze kamer. Lindau. Dat is de naam van de kamer. Het blijkt uiteindelijk de grootste kamer te zijn die ze hebben en dat valt ons niet tegen. Sterker nog, het is geweldig. Het uitzicht is prachtig, de voorzieningen goed en Jolijntje heeft plek om te spelen én te slapen. Dat is weleens anders als je een ‘normale’ hotelkamer boekt met baby erbij. Helaas is het restaurant van het Raffelsteiner Hof dicht. Ook hier in Duitsland is er een flinke krapte op de arbeidsmarkt. Ik blijf me afvragen wat al die gasten dan nu aan het doen zijn. Immers, de bevolking van blijft stijgen en voor corona was er geen probleem met personeel in de sectoren die nu krapte kennen. Zijn ze allemaal professioneel vlogger geworden? Of bitcoinbelegger? Of coach? Of zitten ze thuis op de bank? Misschien. De eigenaar vertelt me dat hij twee jaar terug twee koks in dienst had. De ene is voor zichzelf begonnen – respect – en de andere kwam van de ene op de andere dag niet meer opdagen. Er zijn sindsdien wat sollicitanten geweest, maar die konden niet meer dan een goed eitje bakken. Terwijl voor de coronatijd er elke avond 75 couverts over de toonbank gingen. Aardig veel voor zo’n klein dorp als Mühlheim. We worden dan ook getipt op een restaurant in de buurt en rijden daar op het gemak naartoe. En wat eet je dan als je in Duitsland bent? Juist, een lekkere schnitzel. Lea neemt er een lekkere Apfelschorle bij en ik een biertje van de tap. Proost op deze vakantie.

Het sfeervolle Mühlheim

Nürnberg en lebküchen

De slaap was redelijk. Na een douche is het tijd voor het ontbijt. Een overaardige Duitse kerel heet ons wel tien keer welkom. Zijn broek is net wat te strak voor zijn postuur. Het restaurant van het Raffelsteiner Hof is gezellig en sfeervol. Het ontbijt is in het midden uitgestald en liegt er niet om. Verschillende soorten brood, fruit, beleg, heel veel verschillende sappen, zelfgemaakte marmelade en heerlijke kazen. Yes – dit is genieten. Ook de koffie is lekker! Jolijntje, Lea en ik laten het ons goed smaken! Na afloop pakken we onze tas en springen de auto in. Het is een beetje frisjes buiten en mooi zonnig. We koersen naar Neurenberg en genieten allereerst van een mooi uitzicht over het dal met mist. Prachtig. Vanuit Mörnsheim is het ongeveer een uurtje rijden naar Neurenberg. Neurenberg is een grote Duitse stad en telt zo’n half miljoen inwoners. Dat is behoorlijk toch? Het is één van de weinige steden die de oorspronkelijke stadsmuur en torens heeft behouden. Onze planning vandaag is dat we niet echt een planning hebben. Dat werkt het beste. We parkeren onze auto vrij gemakkelijk en lopen de oude stad binnen. Het enthousiasme is er al snel door de leuke sfeer hier met lokale winkeltjes en mooie, gekleurde panden. Op internet lees ik dat Neurenberg in de top-10 van meestbezochte Duitse steden staat. Dat is vooral te danken aan de vele bezienswaardigheden en het middeleeuwse karakter van de binnenstad dat bewaard is gebleven. Na wat winkels met snuisterijen zien we de winkel van Käthe Wohlfahrt. Dit is een kerstwinkel en we tikken dan ook de unieke kerstbal van Der Maus op de kop. Wie kent Die Sendung mit der Maus niet? Verder zijn in de hele stad zogenaamde Lebkuchen te koop. Dit is een door honing gezoette ‘koek’ die traditiegetrouw in de Kerstperiode in Duitsland wordt gegeten. Vergelijkbaar met gemberbrood.

De Lebkuchen varieren in smaak van pikant tot zoet en zijn er in verschillende vormen, waarvan de ronde vorm het meeste voorkomt. Meestal zit er honing in en specerijen zoals anijszaad, kardemon, koriander, kruidnagel en noten zoals amandelen, hazelnoten, walnoten en gedroogd fruit. Meestal is de koek zacht, maar er zijn ook hardere koeken in de omloop. Dat zijn van Lebkuchenherzen – meestal versierd met glazuur. Neurenberg heeft een specifiek soort Lebkuchen dat ook bekend staat als Elisenlebkuchen. Speciaal hiervan is dat het niet minder dan 25% noten mag bevatten en minder dan 10% tarwemeel.

Kersthangers bij Käthe Wohlfahrt
Sneak preview van alle kazen bij het ontbijt

Het is rond de middag en tijd voor wat versnaperingen. Na een charmant toiletbezoek in de metro, waar een aardige vrouw ons toelaat en even met Jolijntje grapt, maken we koers naar het zogenaamde Landwerkerhof. Dit is een hof dat in 1971 is aangelegd als toeristische attractie bij de Vrouwentoren bij de stadsmuur. Er zitten verschillende winkeltjes die houtgemaakte spullen verkopen, er zit een glasblazerij, goudsmit en verschillende restaurants die de bekende Nürnberger Rostbratwürste verkopen. Ook kun je er lokale biertjesen wijn drinken en uiteraard Lebkuchen eten. We maken een rondje en ploffen neer bij een gezellige tent. Het is allemaal vrij knus aangelegd en we nemen traditionele braadworstjes met een sausje van mierikswortel en zuurkool. Nu eet ik nooit zuurkool, maar deze smaakt geweldig lekker. Het is net of je een stoofpot eet – zo eentje als zuurvlees of stoofvlees met bier. Een halve liter lokaal bier erbij voor mij, Lea neemt een Apfelschurle en Jolijntje krijgt de fles en peuzelt wat met ons mee. De wandeling gaat verder en we bezoeken het speelgoedmuseum van Neurenberg. Daar hebben ze van allerhande speelgoed van verschillende tijden. Het is een grappig museum en elke etage staat vol met veel – het concentreert zich op de ontwikkeling van speelgoed in de afgelopen tweehonderd jaar. We zien ergens in een vitrine een ouderwets speelgoedje liggen: een metalen opdraaibare toekan. Hé, die hebben wij thuis ook staan! Ter plekke komen we er achter dat we (blijkbaar) vorig jaar een vintage speelgoedje hebben gekocht dat een paar honderd euro waard is. Leuk toch. Al zal ik maar niet vertellen dat ik het opdraaisysteem kapot heb gemaakt. Jolijn amuseert zich ook in het museum en gaat zelfs even staand piano spelen. Na onze toer crashen we nog even op een charmant terrasje bij een delicatessenwinkel en bestellen een lekkere plankje met worst, kaas, olijven en zo’n dingen. Het smaakt ons goed en voldaan zoeken we de auto op. Tijd om richting ons hotel te gaan, waar we het bed in springen en de laatste afleveringen van onze (beetje maffe) Russische serie op Netflix afkijken. Welterusten!

Natuurgebied Murh am See en Ansbach

Het ontbijt is weer geweldig. Tussen alle kazen valt me een gek smeersel op en een prikkertje zegt obazda. Wat is dat dan? Ik google het snel en bij het lezen van de eerste zin is me duidelijk dat ik dit gewoon ga proberen. Obazda blijkt een heel bekend Beierse specialiteit te zijn en wel een pikante mengeling van verschillende kazen. En wie houdt er van kaas? Juist: ikke. Het smaakt meer dan lekker al hebben ze volgens mij hier niet het traditionele recept gevolgd. Al boeit me dat werkelijk niks. We stappen wederom voldaan de auto in om een rondje te wandelen in Muhr am See. Hier ligt een ‘vogeleiland’ bij de Altmühlsee inclusief grote uitkijktoren. Ik parkeer de auto op een handige parkeerplaats en we lopen het eiland op. Er loopt een grote groep jonge toeristen rond onder begeleiding van een gids. Die hebben wij niet nodig. Het is lekker weer en de zon schijnt, dus het is een lekkere wandeling. Nu staat dit gebied bekend om zijn verschillende soorten vogels, maar dit jaar zijn er echt weinig vogels te zien. En niet alleen hier. Waarschijnlijk heeft het én te maken met de tijd van het jaar (het is winter) en de vogelgriep. Al flitst er zo nu en dan wel een blauwe komeet langs. De ijsvogel. Ik zou er zeker eens in het voorjaar naartoe gaan.

De grande entree bij Muhr am See

Het is tijd om verder te gaan. Bestemming: Ansbach. Dit is de hoofdstad van de regio Franken en vervult al sinds de middeleeuwen een belangijke rol. Met een stadscentrum vol barokke huizen én één van de meest mysterieze inwoners van Duitsland is dit een stad die meer dan de moeite waard is om te bezoeken. De koninklijke tuinen Hofgarten vormen het centrale stadshart. Dit is een mooi park dat al aan het begin van de zestiende eeuw is aangelegd. Het is de plek waar de Duitse botanicus Leonhart Fuchs het eerste boek over geneeskrachtige kruiden schreef. Ken je die knakker? Ik niet maar hij is de grondlegger van de botanie (wetenschappelijke plantkunde) en de fuchsia is naar hem vernoemd. De Orangerie van de Hofgarten is zonder twijfel de beste plek om te lunchen op een zonnige dag. Je bent er namelijk omgeven door olijfbomen en kijkt uit over de bloemenzee voor je. Nu in oktober is het wat minder gesteld met al dit moois, maar we hebben er toch geluncht. Met alweer een lekker biertje voor mij. We nemen de benenwagen en wandelen vanuit de tuinen het hart van de stad in. Het is er mooi en de typisch Duitse huizen zijn in grote getalen aanwezig. We slenteren lekker door de binnenstad en doen wat leuke inkopen. Na verloop van tijd ploffen we neer bij een restaurantje. De naam? Restaurant Bratwurst Glöckle. En hier verkopen ze onder andere braadworsten en schnitzels. Het is er druk en we bemachtigen uiteindelijk een plek aan een houten bank buiten in de zon. Het is aardig was. Een Duitse meneer zit bij ons aan de bank en begint honderduit tegen ons te vertellen. Uiteindelijk zijn we zo’n uur met hem aan de praat, terwijl we intussen een schnitzel Wiener Art naar binnen werken. Hij houdt het bij kleine bratwursten met zuurkool. Je moet niet te vettig eten, zegt hij. De meneer bezoekt eens per jaar Ansbach en gaat dan naar het graf van zijn moeder. Zij ligt hier begraven. Tegen het einde van de middag is het tijd om naar huis te gaan. We zoeken onze auto op, springen er in en koersen naar ons hotel. Onderweg kopen we nog wat lekkers bij de plaatselijke Aldi om op onze kamer lekker op te eten. Eenmaal aangekomen bij het hotel kijk ik uit het raam van de kamer en zie – opnieuw – de grote heuvels voor ons liggen. Wil je die beklimmen, vraagt Lea? Met alle plezier, roep ik. Ik trek m’n wandelschoenen aan en begin te lopen. Het is een aardige klim en vooral omdat het ontzettend stijl is allemaal. Al snel sta ik op de top van de heuvel en kijk uit over het mooie dorpje dat in het Almühltal ligt. Prachtig. Het afdalen is wat moeilijker dan het klimmen, maar lukt uiteindelijk goed. Voldaan bestel ik nog een lekkere halve liter Duits bier bij de aardige eigenaar en knuffel met de huiskat buiten op het terras.

Uitzicht van de heuvel voor ons hotel over het dorpje
De centrale plek van Ansbach: de Hofgarten
Impressie van het centrum van Ansbach

Rothenburg ob der Tauber

Het is tijd om weer naar huis te gaan. We pakken de koffers en ik sleep alles de auto in. De laatste keer genieten van het heerlijke ontbijt. Bij het verlaten van het hotel springt een katje op Jolijn die dit best leuk vindt. Dit katje is een allemansvriend. We installeren ons in de auto en besluiten een tussenstop te maken om de terugreis te breken. Onze stop ligt op ongeveer 2 uur rijden en is het Pinokkioplaatje Rothenburg. Men zegt dat Walt Disney deze plaats heeft bezocht en hier de inspiratie heeft opgedaan qua decor voor de film met het houten mannetje met soms lange neus (en soms niet). We komen al vrij vroeg op deze zaterdag aan en het is nog totaal niet druk. Niet dat we weten of het druk wordt, maar goed. (Later blijkt overigens van wel). We zien een gigantische Käthe Wohlfahrt in kersstijl en lopen als een soort attractie door de winkel. Trappetjes op, een aangegeven winkelroute, grote kerstboom, draaiende figuren, speciale thema’s. Het is een hele belevenis. Ook met een kinderwagen. We wandelen lekker relaxt door Rothenburg en besluiten de rand op te zoeken waar je een mooi uitzicht hebt over het dal. Deze plek geeft een goed gevoel en heeft iets speciaals. Tijd om een broodje met lokale lekkernij naar binnen te werken. Na de Lebkuchen zijn het hier Schneeballen. Dit is een rond gebakje van zanddeeg met poedersuiker of een ander omhulsen – met nootjes bijvoorbeeld. Het ziet er lekker uit, maar smaakt vrij droog. Die van ons tenminste. Nee, dit is zeker niet het lekkerste gebak dat we ooit hebben gegeten. Al is het zonde om weg te gooien, dus beide ballen gaan naar binnen. Het is tijd om nog wat snuisterijen te kopen, een lekker likeurtje en richting de auto te gaan. Die staat geparkeerd op één van de vele (kleine) parkeerplaatsen ergens in het centrum. Intussen is het ook aardig druk geworden in deze Disneystad. En zeg in plaats van aardig gerust ontzettend.

De werkplaats van Geppetto in Rothenburg
Sfeerimpressie van Rothenburg

Vakkundig vinden we onze auto, installeren ons en rijden de stad uit. Dat is nog aardig interessant, want de weggetjes zijn erg smal en alles is er gemaakt van steen. Dat vraagt wat behendigheid, die er zeker is. Ik kijk om en zie dat Jolijntje al in slaap is gevallen. Lea is moe en gaat zo ook wat dutten. Ik sla af en rij op een klaverblad om de Autobahn op te rijden. En dan gaat het hopeloos mis. Voor ons is het één en al wegwerkzaamheden. Honderd borden, tijdelijks vangrails, een weg zo smal dat er slechts één auto op past, gele tekens op de weg en een invoegstrook die nog nooit zo kort is geweest. De vrachtauto ziet ons wel – en ik hem ook – maar het is al te laat. De rest is een verhaal op zichzelf, wat ik misschien ooit nog wel een keer vertel. Of niet.

Het was een lekkere vakantie in Duitsland. Zeker een aanrader als je er even tussenuit wil in bijvoorbeeld de Herfstvakantie. Ook het Frankenland is meer dan de moeite waard. Het is dan wel een paar uur rijden, maar de sfeer en omgeving is authentiek en alle steden erg charmant. Het Raffelsteiner Hof is een aanrader – zeker als je de grote kamer hebt, zoals wij die hadden. Kijk wel een beetje uit met autorijden. De Duitsers sleutelen nogal eens aan de weg en de situaties zijn niet altijd even overzichtelijk. Het enthousiasme over Rothenburg ob der Tauber was er tot aan het ongeluk. Nu vraag ik me oprecht af of ik er nog ooit ga komen in mijn leven. Wie zal het zeggen. Einde.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *