Blog: Downtown Tallinn

Tallinn. Ooit van gehoord? Ik wel. Het is namelijk de hoofdstad van Estland. De stad ligt aan de baai van Tallinn die weer onderdeel is van de Finse Golf. Een derde van alle inwoners van het land woont in deze stad en wel zo’n 450.000. In november ben ik naar deze mooie stad afgereisd samen met wat vrienden. Traditioneel gaan wij elk jaar een lang weekend weg – vaak naar een minder bekende stad. Met Tallinn maken we ons trio (nee, geen kwartet) Baltische Staten compleet. Na Riga (Letland) in 2015 en Vilnius (Litouwen) in 2017. En weet je? Elk van deze steden is gewoonweg bijzonder mooi. Ze liggen allemaal aan de Oostzee en daarom worden ze ook wel de Oostzeelanden genoemd. Overigens stuk voor stuk anders en met een eigen sfeer en karakter.

Eten bij kaarslicht en op zoek naar een nieuwe stamkroeg

De vlucht gaat dit jaar niet vanaf Eindhoven, maar vanaf Amsterdam. Dat is nogal een stukje verder reizen dan gebruikelijk. Roy pikt me dit keer op in Reuver rond een uur of half 5. Het is best vroeg inderdaad. Al zijn we binnen no-time aangekomen op Schiphol en de snelheid van handelen daar valt niet tegen. De andere jongens treffen we in de hal – zij zijn al een dag eerder op pad gegaan en hebben een overnachting in het midden van het land achter de kiezen. Na een snelle check-in en een eerste biertje springen we het vliegtuig in. Om vervolgens na ongeveer 2,5 uur in een ijskoud Tallinn aan te komen. Brr – je voelt wel dat je hier behoorlijk wat Noordelijker zit dan in het altijd zonnige Limburg. Gelukkig zijn de muts en handschoenen binnen handbereik. We kijken even hoe het zit met de tramlijnen en al snel zitten we in een redelijk warme tram op weg naar ons appartement. Halte: Viru. Ofzoiets. We stappen uit, lopen een meter of 100 en zijn dan al aanbeland in het centrum van de stad. Geweldig zeg. De kerstsfeer is al goed voelbaar en de vitrines puilen uit met lokale producten. Het ziet er allemaal erg sfeervol uit. We lopen door op weg naar ons appartement. Dat kost – net zoals in alle andere Oostbloklanden zoals Oekraïne, Polen, Letland en Litouwen – niet veel. Ik schat in net over de 100 euro voor drie nachten (wel of geen slaap). Op weg naar ons verblijf voor de komende tijd springen we een gezellige kroeg binnen die in een kelder zit. We bestellen een lokaal biertje ‘van de tap’ en een aantal borden fingerfood. Dat gaat er goed in. Lekker warm bij de open haard, maar smaakloos. Niet omdat er geen smaak aan zit, maar omdat ik zo verkouden ben dat ik gewoonweg niks proef. Na het betalen – de biertjes blijken aardig duur – doen we ons appartement aan. Geweldige plek en super centraal. Al is Tallinn duidelijk op het eerste gezicht een erg compacte stad. Alles is georganiseerd rondom het lokale plein (de zogenaamde Raekoja plats), waar mannetjes driftig de kramen aan het opbouwen zijn voor de kerstmarkt die een week later opent. Dat is overigens wel jammer, want de kerstmarkt vorig jaar in Gdansk was super!

Na wat broodnodige inkopen (een brood, wat biertjes, een zak chips en plakken kaas en ham) is het tijd om de stad te verkennen. We sprinten als eerste naar een Duitse brouwerij: het Beer House en daar drinken we een paar biertjes van de tap. Heerlijk. En lekker Estse naam ook. Daarna is het tijd voor een wandeling door de stad. We klimmen licht omhoog en wandelen door kleine, kronkelende straatjes. Totdat we een uitkijkpunt bereiken bovenop de stadswal met een magnifiek uitzicht. Zowel de oude stad is zichtbaar met charmante huisjes en straten alsook het zakenleven met kantoren en panden. Potjandorie – nu heb ik de telefoon in de oplader liggen. Dat is balen. We vervolgen onze trip en dalen af via de oude stadsmuur totdat we weer bij ons appartement zijn. De tijd is aangebroken voor echt eten. Roy heeft alles tot in de puntjes uitgezocht (zoals altijd) en we gaan deze eerste avond middeleeuws eten bij Restoran Olde Hansa. Ja, je leest het goed. Dit restaurant ligt in het hartje van Tallinn en is volledig in middeleeuwse sfeer. Daarbij denk je (toch) aan bier uit keramieken pullen en van dat gebraad met een bot erin? Ik wel in elk geval. We kronkelen via zaaltjes, trappen en gangetjes tot ergens bovenin het restaurant. Alles is verlicht met kaarsen en je ziet weinig handen voor ogen. Hopelijk breekt hier niet de pleures uit, want ik heb geen idee waar de nooduitgang is. We komen na de speurtocht uit bij onze tafel en onze Estse tafelmevrouw maakt ons wegwijs door de kaart. Ik bestel een donker biertje met kruiden. Het smaakt zoetig en zit in een maf glas. Geen probleem! Ons wordt de Bürgermeister aangeraden: drie stukken vlees op een bord met garnituur. Een stukje wild zwijn, een stukje rendier en (volgens mij) een normale steak. Doe mij die maar! Het smaakt voortreffelijk – ook met mijn niet-aanwezige smaak. Ik schiet een foto met de flitser, want ja, je ziet door alle kaarsen nog steeds niks. Trots stuur ik de foto door naar Lea, die terugstuurt wat voor een gekke drol ik op mijn bord heb liggen. Dat blijft achteraf een opgewarmde komkommer te zijn. Grappig. Ik bespaar jullie overigens de foto, want dit gaat geen goede reclame zijn voor het restaurant. Na het feestmaal doen we een Ierse kroeg aan die bol staat van de karaoke. Na een kwartier blijkt dat vooral steeds dezelfde mensen het podium weten te vinden. Minder leuk. We zetten koers naar een andere plek en komen uit bij wat vanaf die avond onze nieuwe stamkroeg wordt: Mad Murphy’s. Er is livemuziek en Guinness. Geweldig. Ik vermaak me ontzettend en rond een uur of 3 wandelen we huiswaarts. Tijd voor Queen een een home-made tosti zonder saus. Het smaakt goed en voldaan spring ik mijn bed in. Het is een heerlijke eerste dag geweest hier in Tallinn.

Finger-food bij aankomst

Een echte duikboot en bierproeflokaal

Het opstaan gaat behoorlijk goed. We gaan op pad na een lekkere warme douche. Roy weet zoals altijd de weg en we zetten koers naar een lekkere ontbijttent. Na ongeveer een half uur lopen vraag ik Roy waar we iets gaan eten. Eten, zegt Roy? We zijn nu op weg naar het Maritiem Museum. Oh! Gelukkig ligt op de straat waar we lopen een klein bakkerijtje. Ze verkopen koppen koffie en en koppen thee en allemaal gevulde broodjes. Met geitenkaas, met kippenragout, met bietjes, met vanalles en nog wat. De mevrouw achter de toonbank vertelt luid en duidelijk dat ze geen Engels spreekt. Ik bestel (in het Engels) twee broodjes en die smaken meer dan goed. Mijn smaak is terug aan het komen – hallelujah. We lopen door en het heeft wat gesneeuwd deze morgen. Niet alleen uitkijken waar je loopt, maar vooral sfeervol. Sneeuw en kou heeft gewoon iets, vind ik. Zeker als je dan met een dikke winterjas, muts en handschoenen loopt om de kou te trotseren. We koersen naar de Lennusadam Seaplane Harbour. Dit is een geweldig museum dat is gevestigd in een oude loods voor watervliegtuigen. Het zijn drie hangars die tezamen één grote ruimte vormen van beton – prachtig. Deze loods is in de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de Sovjets. We zitten namelijk hier in Tallinn ook vrij dicht bij de Russische grens. Al voor binnenkomst kijk je je ogen uit. De hangar is werkelijk spectaculair en een aantal jaren geleden in ere hersteld. Architectonisch prachtig en ook nog eens bouwkundig indrukwekkend. Na het kopen van de tickets loop je de grote ruimte binnen en dat is echt een ‘wow’ moment. Het is een super machtig die ook nog eens erg mooi is aangelegd. Met spanbruggen die uitzicht geven op schepen, bakens en een echte onderzeeboot. Die boot is toegankelijk en we worstelen ons via het metaal in de romp van de boot. Het is krap en claustrofobisch. We verkennen op ons gemak de boot die van compartiment naar compartiment leidt. De machinekamer, de ‘leefruimte’, een hut voor de kapitein, het slaapvertrek en de sanitaire voorzieningen. Ik kan me niet goed indenken hoe het moet zijn om op pad te zijn in deze boot. Überhaupt de gedachte dat je in een vaartuig als dit onder water vaart, is beangstigend. De compartimenten zijn waterdicht af te sluiten – gelukkig maar, maar stel je eens voor dat er een storing is of een deel van de boot wordt verwoest door een aanval. Dan zit je als haringen in een ton. Na een half uur kruipen we via de stalen trap de boot uit en vervolgen ons pad door het museum. Samen met Roy spring ik in een oud kostuum en ga op de foto voor een groene muur. Leuk. Er is vanalles te zien en het is echt één van de meest bijzondere museums die ik ooit heb gezocht.

Uitzicht in Lennusadam
Binnenkant van de duikboot van Engelse makelij

Het museum was mooi, maar nu is het tijd voor bier! Al lopen we allereerst door de snijdende kou een rondje door de haven. Ik weet niet hoe het komt, maar dit alles doet me heel erg aan Reykjavik denken. Daar ben ik inmiddels twee keer geweest. De sfeer voelt hetzelfde aan, net als de ijzige kou die er vaker hangt. Hier in de buurt ligt een brouwerij. De welbekende Põhjala Brewery. Nooit van gehoord? Ik wel. Vorig jaar heb ik mezelf getrakteerd op een befaamde bier-adventkalender en daar ken ik het merk van. We lopen door naar het proeflokaal en we zijn niet de enige mensen die op dit idee zijn gekomen. Het is er namelijk druk! Al snel bemachtigen we een mooie tafel en gooien en onze jassen, mutsen en handschoenen in een hoek. Tijd om bier te proeven. Er is voor elk wat wils en ik besluit om een lekkere Põhjala American Mountains te bestellen. Het is een West Coast Dark IPA. Geen idee wat dit is, maar hij smaakt echt heerlijk. Na afloop lopen we terug naar ons appartement en ga ik in mijn eentje nog wat inkopen doen. Ik wil namelijk echt leuke souvenirs scoren voor Lea en Jolijntje. En dat lukt. Na een geplande zwerftocht neem ik mijn eigen foto’s bij het mooie uitkijkpunt over Tallinn. Om vervolgens al slenterend naar de jongens te lopen. Na de kwalificatie formule 1 besluiten we een goede steak te gaan eten. Het is namelijk tijd om de maag goed te vullen. We stranden bij een restaurant dat Goodwin heet. Het ziet er gezellig uit, maar het is er best koud. We zitten namelijk ergens bij de deur en die gaat nogal vaak open voor nieuwe gasten. Aangezien het buiten -6 is komt er telkens een ijskoude bries naar binnen. Het blijkt er ook druk te zijn, want het duurt allemaal lang. Behoorlijk lang. Onze vaste ober kijkt dan ook niet bijzonder blij uit z’n ogen. Zeker niet als zijn baas hem even later corrigeert en aanspreekt. We zijn hier getuige van een live beoordelingsgesprek zo lijkt het. Het voorgerecht is een kaasplankje met vier soorten kaas. Van die witte en wat die smeuïge. De kaas gaat er goed in. Als hoofdgerecht bestel ik een Beef Stroganoff met mashed potaties met kaas on te side. Gemaakt van black angus tenderloin in een romige paddenstoelensaus. Smaak? Voortreffelijk! Tegenover me zie ik dat Roy hetzelfde heeft besteld, maar er niks van eet. Hij voelt zich totaal niet lekker. Ik werk de stroganoff met razende snelheid naar binnen en loop met hem mee terug naar het appartement. Hij kruipt onder de wol en met z’n drietjes vervolgen we naar onze stamkroeg. Ook vanavond is er weer live muziek en we houden het vol tot in de late uurtjes. Voldaan treden we ons appartement, maar niet voordat we nog een Big King naar binnen werken bij de Burger King. We treden ons appartement binnen dat al aardig als ’thuis’ aanvoelt. Vanavond is het Goldband avond en als vanouds flans ik weer wat tosti’s in elkaar die we in het midden van de nacht opeten. Het was een mooie dag vandaag.

De kaart van Põhjala
Uitzicht over Tallinn
Late night snack

Sneeuw, kantontorens en ‘nog eentje met de jas aan’

Ons ontbijt vandaag begint net wat later dan gisteren. We ontbijten een zelfbedachte sandwich met vanalles erop en eraan in een authentiek restaurantje aan het centrale plein. Daarna gaan we op pad en trotseren alweer de kou. Heerlijk. We brengen een bezoek aan de Bastionpassages in de oude binnenstad. Deze passages zijn onderdeel van de grondwerkversterkingen van Tallinn en werden samen met de bastions in de 17e en 18e eeuw gebouwd om de beweging van soldaten, munitie en andere uitrusting voor de vijand te verbergen. De tunnels werden gebouwd door de Zweden en later na de Tweede Wereldoorlog gemoderniseerd door de Sovjet-Unie, zodat ze als schuilkelder konden dienen. Tallinn staat bekend als een vestigingsstad vanwege de dreiging via het water. De stad heeft een stadswal van stenen muren en torens, een omwalling met bastions en zoals gezegd tunnels en bunkers. We wippen via de hoofdingang naar binnen en lopen over de muren en ondergronds in de passages. Na een mooie zelfbedachte psalm in één van de eerste kamers, zetten we onze tocht onder de aarde voort. Het is bijzonder om mee te maken en in te beelden hoe hier soldaten hebben geleefd. Na een tijd gaan we rechtsomkeer, want het is namelijk niet mogelijk om een rondje te lopen. We doen een aantal bastions en torens aan en het geheel vormt een groot museum. Indrukwekkend. Na afloop gaan we voor een lekkere lunch naar onze stamkroeg. Naast kroeg heeft Mad Murphy’s namelijk ook een goede keuken. Ik bestel een heerlijke stoofpot met Guinness en een Guinness. Snap je het nog? Ik wel. Dan is het tijd om de laatste formule 1 race van het seizoen te kijken. Roy regelt een goede stream via Viaplay op onze televisie in het appartement en ik krijg de helft van de race maar mee. Het dutje is meer dan heerlijk. Daarna kijken we onder het genot van een geïmproviseerde tapasbar de openingswedstrijd van het WK in Qatar. Bijzonder allemaal.

Wandelend op één van de bastiontorens

Het is tijd om onze laatste avond te vieren. We gaan – hoe kan het ook anders – naar onze Ierse kroeg. Een lekkere gin tonic gaat er meer dan goed in en daarna start de band. Dezelfde band als gisteren, met de zanger die ook op het logo van de bar staat. Het is een open mic concert dus van allerhande zangers en artiesten komen langs. Om middernacht is het tijd voor ons laatste biertje. Nog eentje met de jas aan, zeggen we dan. Maar dat blijft niet bij eentje. Het worden er twee, drie en vier met de jas aan. Daarna gaat de jas uit, spreek ik honderduit met een Duitser die ik op de wc tegenkom en wordt de echt allerlaatste Guinness besteld. Met de jas uit. De jas gaat aan en dan volgt de echt aller-allerlaatste Guinness. Om daarna huiswaarts te keren, een tosti te maken en voldaan in slaap te vallen rond een uur of 3. De wekker rinkelt twee uur later. Of was het Roy die als wekker fungeert? Brak en met totaal-geen-zin sta ik op, pak m’n spullen bij elkaar en ren om de tram te halen. Het vliegtuig zit lekker en ik probeer nog wat verloren uurtjes mee te pikken.

Het was weer een mooi avontuur. Ditmaal in Tallinn – een geweldig mooie, compacte en charmante stad. Met leuke mensen om me heen. Tijd voor herhaling. Volgend jaar. Fin.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *