Wandelen bij de Bruintjeskreek en in Zierikzee

Het is maandag – een dag vrij en gisteren bedacht ik me: ik ga weer naar Zeeland. Daar ben ik begin dit jaar voor de eerste keer op pad geweest. Het Oosterscheldegebied is echt prachtig. De wekker ging rond half zeven en de auto was binnen notime ingeladen. Ofja, ingeladen. Het valt wel mee allemaal. De camera gaat natuurlijk mee, wat boterhammen en een pak drinken. En dit keer heb ik ook een klein thermosflesje meegenomen dat ik van m’n zus heb gekregen. Vol met koffie – lekker zeg. Ik wandel veel en dan is het lekker om toch ergens middenin de natuur een warme kop koffie te drinken. Dat is goed gelukt. Er staan vandaag geen voorbedachte plekken op de planning, al heb ik mijn Google Maps wel vol staan met van allerhande natuurgebieden, polders en vogelkijkhutten. Eentje springt in mijn oog en daar rij ik dan ook naartoe. De rit duurt ongeveer twee uur en met de opkomende zon en goede muziek vliegt de tijd voorbij.

Bruintjeskreek

Yes, dit is de naam van de eerste plek die ik bezoek. Gelegen op Sint-Philipsland. De Bruintjeskreek is een oude getijdengeul die dwars over die eiland loopt. Vroeger deelde deze kreek het eiland in twee delen – een overblijfsel van voor de inpoldering. Het is een plek met veel rietvelden, water en weilanden. In 2017 is er een vogelkijkhut neergezet, waar je mooi zicht hebt over het gebied. Er leven veel vogels en is dan ook een interessant gebied voor vogelaars. Of ik er eentje ben? Geen idee. Al hou ik wel erg van vogels. Vandaag – in februari – was er vanalles te zien. In de zomer zitten er blijkbaar bijzondere vogels, zoals de purperreiger, zomertaling en porseleinhoen. Vandaag heb ik veel eenden en ganzen gezien, zoals kleine zwanen en brandganzen en zijn er veel scholeksters te bewonderen (met hun coole geluid). Ook heb ik de nodige kieviten gezien. Mooi. Het is geen super groot gebied, maar zeker de moeite waard om te bezichtigen. Als je er naartoe wil, ga dan naar de Mosselweg. De vogelkijkhut vind je gemakkelijk en je kunt rond het gebied lopen. Zeker de moeite waard!

De Bruintjeskreek
Kievit

Wandelen bij Zierikzee

De route ‘Bruinvis’ heb ik opgeslagen op mijn telefoon. Het moet een mooie route zijn en de naam verklapt dat er bruinvissen in Zeeland leven. Je kunt ze ook horen, want bij het Havenhoofd Zierikzee staat er een informatiepaal met sonar hydrofoon die het geluid van bruinvissen oppikt als zij in de buurt van een boei zwemmen die in het water ligt. Deze paal heet ‘Studio Bruinvis’ en die paal staat er niet voor niks: bij het havenhoofd is het namelijk één van de beste plekken om deze 1.80 meter kleine walvissoort te spotten. Ik hoor en zie ze vandaag trouwens niet, maar dat is niet erg. Ik kom er ook niet voor – heb er zelfs niet eens goed op gelet, haha. Zierikzee ligt op het eiland Schouwen-Duiveland. De Zuidkust van Schouwen dankt haar bijzondere status aan een natuurontwikkelingsplan: Plan Tureluur uit 1991. De tureluur staat symbool voor de nieuwe natuur die hier afgelopen jaren is ontwikkeld. Deze vogel met oranje snavel en lange poten is hier het hele jaar door te zien.

Studio Bruinvis

Mijn auto parkeer ik bij een heel grote parkeerplaats aan de Weldamseweg. Ik parkeer auto nummer 2 op het grote terrein, haha. Snel gris ik een gesmeerde boterham met roomkaas mee voor onderweg. Ik heb toch al een beetje honger gekregen. Je kunt de dijk oplopen en daar kijk je uit over het water – gesloten door de Oosterscheldedam, maar zout water. Allereerst verken ik het gebied een beetje. Ik loop terug naar de weg waar ik zojuist vandaan ben gekomen. Er ligt voor de parkeerplaats een klein vlonderpad waar je overheen kunt wandelen. Een kleine zilverreiger schrikt van me en vliegt weg. De graspieper is wat nieuwsgieriger aangelegd – ik hoor en zie hem overal. Ook zitten er mooie bergeenden – die heb ik nog niet zoveel gezien. Dan waag ik me toch aan het rondje om te lopen: de dijk op en dan langs de Oosterschelde naar het Havenhoofd en dan langs het Havenkanaal terug. Je kunt doorlopen en de haven van Zierikzee meepikken, maar dat doe ik niet. Ik pak de route met natuur-natuur-natuur. Het is een prachtige wandeling. Langs de Oosterschelde loopt het lekker rustig en het water gutst rustig tegen de stenen oever aan. Als ik hier zo alleen loop met een zon op m’n kop doet het me gewoon denken aan vakantie. En de Galapagos Eilanden in het bijzonder. Al was dat ook wel heel anders, maar de rust, het geluid van de zee en de reuk doen me er toch steeds weer aan terugdenken. Het is rond het middaguur en er zijn nog aardig wat Zeeuwen in de benen. Wandelen, fietsen of hardlopen – vanalles. Na de bruinvisspotplek loop ik het Havenkanaal af, waar op een gegeven moment een mooie uitkijkplek te vinden is: Kiekuut. Je kijkt uit over de watergebieden waar ik van allerhande strandlopers zie. Een konijn duikt op in het gras en zet het op een lopen. Cool. Ik loop verder en pak de route landinwaarts terug. Overal kijken je schapen aan (nee, geen mensen, maar echte schapen) en er zitten veel brandganzen die vergezeld worden door vele spreeuwen. Even verderop zie ik een hele horde smienten en een kleine strandloper met oranje poten. Hij is snel – ik denk een tureluur, maar het is een zwarte ruiter. Super mooi zeg! Voldaan maak ik het rondje af en met flink wat kilometers in de benen wip ik de boterham met pindakaas naar binnen. Lekker. Net voor de parkeerplek vliegen weer veel graspiepers en zie ik mooie putters zitten op welgeteld één distel. Die hebben ze goed gevonden – al heten ze niet voor niks distelvinken. Ik probeer zonder geluid te maken wat dichterbij te komen om ze op de foto te zetten. Gelukt! Eenmaal bij de auto aangekomen eet ik ‘ook maar’ de twee overgebleven appelkoeken op, drink mijn pak Crystal Clear uit en verwissel de wandelschoenen voor mijn sneakers. Zit toch wel wat lekkerder. Voldaan download ik al wat foto’s van mijn camera op mijn telefoon. Yes, sommige zijn goed scherp. De 180-600mm lens is handig, maar ik schiet er nog niet scherp genoeg mee (vind ik). Dus altijd lekker als er dan toch mooie foto’s gelukt zijn.

De zwarte ruiter
Putter tussen de distels
Oom Donald – de middelste zaagbek

‘Vluggertje’ Scherpenissepolder

Zo. Als laatste ga ik nog even naar de Scherpenissepolder. Daar ben ik begin januari gestart en dat gebied heeft m’n hart veroverd. Jeetje, wat was en is het daar mooi. De reis duurt ongeveer 45 minuten vanaf Zierikzee en ik kies ervoor om na Bruinisse de parallelweg te nemen. Die weg loopt naast de Rijksweg N59 en is geweldig. Waarom? Omdat je vlak langs het water rijdt, kunt stoppen en zo vanuit je auto watervogels kunt spotten. Dat doe ik dan ook veel en vaak. De reis duurt dan op die manier wel veel langer dan drie kwartier, maar ‘who cares’? Het zit vol met scholeksters en wulpen. Cool zeg. Ik kijk m’n ogen uit! Het lukt me uiteindelijk toch om bij de Scherpenissepolder te komen. De auto parkeer ik op mijn ‘standaard plek’. Het gebied is hetzelfde als in januari, maar ligt er anders bij. Geen kou, geen vorst en geen heiig uitzicht, maar zon en groen. Ik wandel langs de dijk af naar de vogelkijkhut, eventjes door en draai me voldaan om. Een mooie en fijne vrije dag met zo’n 12,5 kilometer in de benen. Eenmaal in de auto gaat de muziek aan en kom ik nog twee fazanten tegen, die ik vanuit de auto eens goed bekijk. Dan ga ik huiswaarts. Er staat file bij Tilburg dus de navigatie leidt me op via België. Mag dat met corona? Vast wel. Dus ik pik ook nog wat slechte autowegen van België mee, waarna ik voldaan thuiskom, me een stuk chocola naar binnen werk en een warme kop koffie drink. Heerlijk.

Prachtig uitzicht vanaf de Parallelweg
Twee wulpen aan het wulpen
De Scherpenissepolder in het groen

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *