Bienvenido a Cuenca!
Cuenca. Hét centrum van de ‘panamahoeden’. In Ecuador wel te verstaan, hoe grappig is dat. Cuenca is een heel charmante en christelijke stad met veel knusse pleinen, klinkersstraatjes en kerken. En best wel een aardig uitgaansleven, dat ik heb meegemaakt met José, mijn Argentijnse ‘mattie’ die ik daar in een hostel heb ontmoet. Dansen met een biertje in de hand in een oud, bouwvallig gebouw aan het water, dansen in een discotheek met verschillende ruimtes en een heus broodje kebab eten voor het slapen. Echt een geweldige gast – het zou zo mijn beste vriend kunnen worden. Maar dan Cuenca: het is de derde stad van Ecuador met 400.000 inwoners. Er stroomt een rivier dwars door de stad: de Rio Tomebamba. Je kunt er prachtig langs wandelen. De stad staat sinds 1999 op de werelderfgoedlijst van Unesco en dat is best logisch. Je kunt er lekkere, Ecuadoraanse sferen proeven, het is er netjes, de mensen zijn vriendelijk, er is veel te zien en gewoon charmant. Het is een leuke stad, maar na twee dagen ben was ik ook toe aan de volgende halte. Lees maar eens mee…
Van Riobamba naar Cuenca
In 2017 ben ik een paar dagen in Riobamba geweest, ooit hét handelscentrum van Ecuador. Het was de dag voor doortocht naar Cuenca een onverwacht gezellige avond met Santiago (de eigenaar van het hotel waar ik verbleef) en twee vriendinnen van hem. Het was zo’n avond: de lokale dranken kwamen op tafel en de gesprekken waren leuk en divers. Onder andere een biertje met veel zout, peper en chilivlokken (naam ben ik vergeten) en een paarse likeur. Het woord ‘borracho’ is sinds die avond in mijn geheugen gegrift. Ook hoe je het moet uitspreken trouwens. De CH als een S, zoals een slissende slang. Het zoute bier viel niet tegen, net als de lekkere whiskey’s daarna met veel verhalen over en weer. Het was echt gezellig, maar laat in bed, weinig slaap en vroeg op voor de de bus naar Cuenca. Daar zat ik dan… nog 5 uur te gaan. De busreis was lang. En ik had stoel nummer 4. Direct aan de voorkant van de bus. Geweldig veel beenruimte maar Jan en alleman moest er langs. Er er stappen nogal wat mensen in en uit de bus… je hoeft maar ergens langs de weg te gaan staan om op te stappen. Bah. Zit ik daar met m’n lange benen. Maar ik heb het uitgezeten. Voor de rest echt prima gegaan. De reis zelf ging door een super mooi landschap met als hoogtepunt het uitzicht op en in het stadje Alausí. Aangekomen in Cuenca heb ik mijn hostel opgezocht: El Cafecito aan een mooi plein met 100 miljoen duiven en een apart patroontje in de stenen. Het plein heet Plaza Cívica en hieraan ligt een coole mercado waar je ’s morgens een lekker, vers broodje kunt gaan eten. Doen!
Cuenca in één dag!
Het volgende stukje komt linea-recta uit mijn reisblog dat ik tijdens mijn tripje Zuid-Amerika heb bijgehouden.
Cuenca is een leuke en mooie stad! Maar na vandaag heb ik het ook gezien. Nagenoeg iedereen die ik over Cuenca heb gesproken, zegt dat een geweldige stad is. Nou, een poco. Het is na hoofdstad Quito de tweede, grote, koloniale stad met Spaanse invloeden. Het lijkt erop of op elke hoek van de straat een kerk of een plein ligt. Ik moet toegeven: ziet er mooi uit en ademt sfeer uit. Maar: ik ben niet ‘om’. Vaak weet je al bij het aankomen in een stad of deze je raakt of niet. Vreemd… De dag ben ik goed gestart met een Ecuadoriaans ontbijt. Super zwaar, maar ‘goed te doen’. Een soort van lasagne van een specifiek soort aardappel met kaas. En in de houtoven vers gebakken brood. Ik had een leuke free walking tour gezien, maar zag niemand staan dus heb de stad en omgeving alleen verkend. Dus mijn echte eigen free walking tour… en is me goed bevallen! Ik heb tegenwoordig wel een aantal kerken gezien (niet zo’n fan van) maar de grote kathedraal (Cathedral Inmaculada Conceptión) is prachtig. Zo groot heb ik nog niet eerder gezien volgens mij en het was mooi. Geen idee waarom, maar het is gewoon zo. Het plein is super druk, maar heeft zoveel sfeer. Al zou het niet mijn favoriete plein blijken te zijn. Heb een bezoekje gebracht aan het Panama Hat Museum, waar ze van ‘die’ hoeden maken. Voornamelijk met de hand en qua vorming een beetje geholpen door een hydraulische pers. Alleen is de naam verkeerd, want de hoeden komen niet uit Panama maar gewoon uit Ecuador 🙂 Historisch museum bezocht en een lekkere salchipapa gegeten onderweg. Dat is een lokaal ding: friet, salade en een worstjes met veel saus. Het eten is vrij vet hier, fastfood is erg goedkoop en daarom erg gewild. Daarna naar een heel mooi en rustig park gegaan en een flinke tijd gezeten. De kolibries vlogen me weer de oren, maar ze zijn zo lastig op de foto vast te leggen. Dus ‘beste van vandaag’ is (alweer) een foto van een kolibrie in de boom. Jammer maar goed. Vogels blijven me fascineren, zeker als ik ze niet ken. En dat is nogal eens het geval. Het park was echt heel fijn plekje: het Plaza de San Francisco. Verder nog naar een uitkijkpunt gegaan waar je over heel Cuenca kunt kijken. El Mirador heet dat hier in het Spaans. En ik had er toen al een hele wandeling op zitten. Daar brak de zon eindelijk door! En sindsdien is het zonnig, nu lekker in de korte broek met een koud biertje in het hostel. Of twee eigenlijk. Mijn eigen free city tour is me heel goed bevallen, ik merk dat ik goed op mezelf kan zijn en me dan goed vermaak. Wist ik eigenlijk al… ik heb ongeveer 15km gewandeld vandaag dus de friet is er weer vanaf. Dit is niet mijn meest bijzondere stad, maar leuk om hier te zijn geweest. Morgen op naar Guayaquil!